Phyllactinia guttata

Een soort van Phyllactinia

Het mycelium kan overvloedig en persistent zijn, of schaars en kortstondig (evanescent). De cleistothecia kunnen groot worden (216-245 µm), met zacht wandweefsel, en onduidelijke cellulaire structuur en scheurtjes en rimpels (reticulaties). De cleistothecia ontwikkelen typisch 8-12 gemakkelijk los te maken hyaline aanhangsels die variëren in lengte van 191-290 µm lang. De asci zijn 4 tot 5 tot 20 of meer, ovaal, ondersteund door kleine stengelachtige structuren (gepedicelleerd), met afmetingen van 72-83 bij 32-40 µm. Er zijn typisch 2 sporen per ascus, soms 3 of 4, en ze zijn 31-36 bij 21-25 µm. De cellen die aan het bovenste deel van de ascomata bevestigd zijn en op haren lijken, worden penicillate cellen genoemd; ze bestaan uit voetjes en filamenten. De filamenten kunnen gelatiniseren door water op te nemen en worden verondersteld te helpen bij het hechten van de ascomata aan het oppervlak waarop ze groeien, zoals de onderkant van bladeren. Bij P. guttata zijn de voetjes cilindrisch, onregelmatig in breedte, 32-72 bij 7.5-25 µm, en verdeeld in 2-10 vertakkingen in het bovenste deel. Elke vertakking is kort, bolvormig, met filamenten van 20-42 µm, enigszins korter dan de voetjes, die 2-4 µm breed zijn. De korte, bolvormige vertakkingen op het veelvertakte bovenste deel van de voetjes zijn uniek onder de Phyllactinia en zijn een onderscheidend taxonomisch kenmerk van deze soort.