Hoed 2-4,5 cm hoog en 2-4,5 cm breed; conisch of breed conisch, geput en gegroefd, waarbij de putten voornamelijk verticaal zijn gerangschikt; geelbruin tot lichtbruinachtige ribben, en witachtige tot lichtgeelachtige putjes, bij rijpheid donkerbruin tot zwarte ribben en geelbruin tot bruine putjes ontwikkelend