Blanke champignonparasol: Verandert niet van kleur bij kneuzing.
Karbolchampignon: Toont gele verkleuring bij kneuzing.
Blanke champignonparasol: Volgroeide lamellen zijn wit tot crème-kleurig.
Karbolchampignon: Lamellen worden chocoladebruin naarmate ze volwassen worden.
Blanke champignonparasol: Geen specifieke geur.
Karbolchampignon: Geeft een fenolische of chemische geur af wanneer het vlees wordt geplet.