Voorjaarspronkridder: Lamellen zijn aangehecht (breed bevestigd) tot iets uitbochtend (ingesneden).
Bleke dikhoed: Lamellen zijn aflopend, langs de steel naar beneden lopend.
Voorjaarspronkridder: Het heeft een karakteristieke aangename, bloemige geur.
Bleke dikhoed: Mist een karakteristieke geur, vaak mild of niet merkbaar.
Voorjaarspronkridder: Verkiest grasachtige gebieden, vaak te vinden in weiden.
Bleke dikhoed: Geeft de voorkeur aan beboste gebieden, meestal te vinden onder naaldbomen.